Rondetafelgesprek Jeugdbescherming en position paper Hannah & Gabriel

24 oktober 2022

Hannah en Gabriel hebben een position paper geschreven aan de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid over de problemen in de Jeugdbescherming. De inzet van ervaringsdeskundigen en burgervoogdij wordt aangemoedigd en de beloofde investering van de Tweede Kamer wordt om onderbouwing gevraagd.

Woensdag 3 november spraken Hannah en Gabriel als ervaringsdeskundigen aan het rondetafelgesprek over Jeugdbescherming. Ze vertelden in het kort de punten die ze al eerder hadden uitgewerkt in hun position paper. Je kunt hier het debat terugkijken, Hannah en Gabriel spreken aan het begin (van 1:22 tot 6:12). Hierna gingen ze in gesprek aan de hand van vragen van Kamerleden. Check het eerste half uur om dit terug te zien. Hieronder kun je hun position paper lezen.

Gabriel en Hannah rondetafelgesprek combined
Hannah en Gabriel in de Groen van Grinsterenzaal

Inleiding

Vanuit ervaringsdeskundigen, die werkzaam zijn in en rond de jeugdbescherming, merken we dat er systematische problemen zijn ontstaan binnen de jeugdbeschermingsketen. Ouders en jongeren hebben door het tekort aan personeel bij de gecertificeerde instellingen vaker geen vast aanspreekpunt, dit leidt in veel gevallen tot het niet tijdig kunnen bieden van de benodigde hulp aan kinderen en ouders. Wij merken dat de problemen die ontstaan binnen de jeugdbescherming andere problemen in de jeugdzorgsector veroorzaken en/of versterken. Hierdoor kan in steeds meer gevallen de beschikking van de kinderrechter niet goed worden uitgevoerd met alle gevolgen van dien.

Buiten de maatschappelijke gevolgen van de problemen in de jeugdbescherming hebben de problemen ook direct effect op cliënten en ouders. Door het hogere verloop en ziekteverzuim binnen de gecertificeerde instelling merken ouders en jongeren dat ze steeds weer opnieuw hun verhaal moeten vertellen. Zo ervaart ook Moshanti (16 jaar) dat ze het onwenselijk vindt dat ze steeds van jeugdbeschermer verandert:

“Op een gegeven moment denk je ik heb hier geen zin meer in, ik heb geen zin om opnieuw iemand te leren kennen en ik heb geen zin om weer alles uit te leggen wat ik heb meegemaakt of waar ik mee zit.”

Moshanti (16 jaar)

Een goede behandelrelatie is een essentieel onderdeel van een succesvolle behandeling, echter zie je steeds vaker dat jeugdbeschermers rouleren of niet genoeg tijd hebben om te investeren in de behandelrelatie. 

Onderzoek na onderzoek laat zien dat de druk binnen de jeugdbescherming al jaren aan het stijgen is. Deze druk heeft uiteindelijk geleid tot de ongewenste situatie waarin we ons nu bevinden, waarbij ouders en jongeren van een kwetsbare doelgroep structureel ondermaatse jeugdbescherming ontvangen. 

Als samenleving moeten we nu al rekening houden met de invloed van ondermaatse jeugdbescherming en de gevolgen die hieruit voortkomen. Bekend is dat slechte jeugdhulp kan leiden tot hogere maatschappelijke kosten in de toekomst voor onze huidige jongeren en kinderen. Ook kan het niet bieden van goede jeugdbescherming leiden tot een verhoogde kans op jeugdcriminaliteit en recidive.

Vanuit verschillende onderzoeken is duidelijk geworden dat Nederlandse jongeren de laatste jaren steeds vaker kampen met problemen met hun mentale gezondheid. Jongeren die jeugdbescherming ontvangen hebben op een of andere manier te maken met vraagstukken omtrent veiligheid en/of ontwikkelingsbedreigingen. Juist de situatie van deze jongeren is over het algemeen het meest kwetsbaar en daarom moeten deze jongeren goede, adequate en passende jeugdzorg ontvangen. ExpEx is van mening dat de problemen die ontstaan zijn binnen de jeugdbescherming leiden tot een onacceptabele situatie waarbij kinderen en ouders uiteindelijk de dupe zijn. Daarom vragen wij met de hoogste urgentie aan de Tweede Kamer en de ministers om met een passende en adequate oplossingen te komen, die al op korte en middellange termijn effectief kunnen zijn binnen de jeugdbeschermingsketen.

Aanbevelingen

De ministers hebben in hun kamerbrief van 14 september laten zien dat ze de urgentie snappen en de problemen in de jeugdbescherming onderschrijven. Toch zijn wij van mening dat de ministers in hun kamerbrief niet de juiste oplossingen en middelen bieden om deze crisissituatie op te lossen. 

Als ervaringsdeskundigen in de zorg maken we ons ernstig zorgen over de problemen die spelen binnen de jeugdbescherming. Ervaringsdeskundigen willen graag op een constructieve manier meedenken aan het bieden van adequate oplossingen voor de problemen die er spelen in de jeugdbescherming.

Allereerst zijn we van mening dat de inzet van ervaringsdeskundigen in de jeugdbescherming, als aanvulling op de bestaande hulp, verlichtend kan werken. De inzet van ervaringsdeskundigen kan leiden tot een meer passend hulpaanbod in gevallen waar de conventionele jeugdbescherming geen passende oplossing kan bieden.

Ten tweede zijn wij van mening dat de inzet van niet SKJ-geregistreerde hulpverleners, mits voldoende intern bijgeschoold, kan ondersteunen bij het verlichten van de werkdruk.

Ten derde zijn wij van mening dat de beschikbare middelen van 40 miljoen per jaar niet passend zijn om de problemen op te lossen en of de structurele tekorten te dichten. Verschillende partijen noemen onderbouwde bedragen van 100 miljoen (Jeugdzorg Nederland) per jaar of een structurele investering van 400 miljoen euro (FNV Jeugdzorg). Wij zijn daarom benieuwd waar de berekeningen van 40 miljoen op gebaseerd zijn, terwijl de sector aangeeft meer middelen nodig te hebben om de bestaande problemen adequaat aan te pakken.

Ten vierde zien we de inzet van burgervoogden als een goede manier om als samenleving deel te zijn van het oplossen van de problemen in de jeugdbeschermingsketen. Daar waar passend en wenselijk moeten we meer een beroep kunnen doen op de omgeving of het netwerk van het kind om bij te dragen in de jeugdbeschermingstaken. De mogelijkheden tot burgervoogdij zijn binnen de jeugdbescherming nog onvoldoende uitgewerkt, wij zien hierin een passende taak voor de Alliantie Burgervoogdij om als experts op het gebied van burgervoogdij deze mogelijkheid verder uit te werken.

“Ik kreeg een voogd toen ik gesloten zat. Toen was iedereen eigenlijk al weggevallen, dus op dat moment was er niet zo snel iemand die burgervoogd had kunnen worden. Maar later, toen ik wat meer mensen om me heen kreeg, had het me wel fijn geleken. Ik wist van mijn voogd dat ze zou stoppen, omdat ze een andere baan kreeg. Eén van de mensen om me heen had toen mijn voogd kunnen worden. Dat zou een perfecte uitkomst geweest zijn.”

Nienke (19 jaar)

Ten vijfde, maar niet minder belangrijk, zijn wij van mening dat er zo snel mogelijk een landelijke norm moet komen voor de caseloads van de jeugdbeschermers. Uit onderzoek van Significant Public blijkt dat jeugdbeschermers maximaal 8 à 9 gezinnen zouden kunnen begeleiden, wat neerkomt op 12 tot 14 kinderen. Bij navraag merken we dat zelfs 12 tot 14 kinderen teveel werkdruk oplevert voor een jeugdbeschermer. 

Als laatste willen we als ervaringsdeskundigen ook de volgende punten onder de aandacht brengen die niet meteen aansluiten bij de huidige problemen in de jeugdbescherming, maar wel gezien kunnen worden als problemen waarbij adequaat en urgent actie op vereist is.

Wij zijn van mening dat bij een uithuisplaatsing het onacceptabel is dat broertjes en zusjes van elkaar gescheiden worden en opgroeien in verschillende settingen. Dit zien wij ook als in strijd met artikel 9 van het kinderrechtenverdrag, het recht op familie. De gecertificeerde instelling moeten opgedragen worden tot een inspanningsverplichting om broertjes en zusjes niet te scheiden. Ook moet, zoals SOS Kinderdorpen heeft omschreven, het recht om samen op te groeien in de wet verankerd worden.

“Je moet kinderen bij elkaar proberen te houden, en als dat niet lukt, op zijn minst achteraf proberen die familiebanden weer te herstellen.”

Ravi (33 jaar)

Wij zijn van mening dat de leeftijd van 18 uit de jeugdwet moet. Jongeren hebben na hun 18e soms behoefte om contact op te kunnen blijven nemen met een jeugdbeschermer en dat moet mogelijk gemaakt worden. Ook daarom zijn we van mening dat de leeftijd van 18 uit de jeugdwet moet. Als alternatief voor de leeftijd van 18 in de jeugdwet stellen wij voor om jongeren uit de jeugdzorg pas los te laten als ze voldoen aan de criteria van de Big 5. Zo kan de jeugdzorg verlengd worden, wanneer de jongere dit zelf wil.