Onderzoek: ‘Achttien worden is niet hetzelfde als volwassen zijn’

Onderzoek voor en door jongeren uit de jeugdzorg

Het is een bekend probleem: jongeren uit de jeugdzorg worden achttien, maar vinden niet soepel hun weg naar andere zorg, of zelfstandigheid. Twaalf jongeren die het zelf meemaakten, onderzoeken hoe het beter kan.

Onderzoek

Het probleem is bekend en er wordt door veel mensen gezocht naar een oplossing. Joy Falkena is sceptisch: “De meeste onderzoeken zijn nu gericht op: Oh, ze zijn achttien geworden en toen ging het mis.” Daarom heeft ze als vertegenwoordiger van het Straatconsulaat samen met stichting Mara en JONG! een eigen, alternatief onderzoek opgezet. Twaalf jongeren die zelf een jeugdzorg of jeugd-ggz verleden hebben zijn opgeleid tot interviewers. Sociaal onderzoeker Maarten Davelaar begeleidt het onderzoek en schreef samen met de jongeren hun vragenlijst tijdens de training. De twaalf onderzoekers gaan in de komende twee jaar tenminste 48 jongeren uit jeugdzorginstellingen interviewen. “Eerst als ze 17,5 zijn, dan als ze 18 zijn geworden, en nog een half jaar daarna,” aldus Sylvana, een van de onderzoekers. Dat is het verschil met andere onderzoeken: “We volgen het proces. In het eerste gesprek vragen we: weet je waar je gaat wonen? Als ze achttien zijn: is dat gelukt? Waarom wel of niet? Dan loop je niet de hele tijd achter de feiten aan.”

De centrale vraag is wat voor begeleiding de jongeren krijgen wat betreft de o zo belangrijke verjaardag – en welke hulp ze zouden willen of nodig hebben. “De belevingswereld van de jongeren is het uitgangspunt,” legt Falkena uit. “Vandaar de opzet. Als je praat met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt, voer je een héél ander gesprek.” Sylvana beaamt dit. Ze heeft al een aantal interviews gedaan. “Als je bij een volwassene zit, moet je toch schakelen. Zo van: hoe zeg ik dit?” De jongeren die geïnterviewd worden zijn zitten bij instellingen als Jeugdformaat, Horizon, Schakenbos, Leger des Heils en Youz. De focus van het onderzoek ligt op: huisvesting, dagbesteding, financiën en het netwerk. Het wordt mede gefinancierd door de gemeente Den Haag.

GGZ

“Ik accepteerde geen hulp, want ik was een vervelende puber,” vertelt Experienced Expert Robin (22) die eveneens is opgeleid tot interviewer. Zij zal zich specifiek bezighouden met jongeren die in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) zitten. “Daar kwam ik op mijn dertiende ook in terecht, omdat ik trauma’s had overgehouden aan onveilige situaties thuis. Uiteindelijk heb ik een jaar lang fulltime in behandeling gezeten. Dat is nu twee jaar geleden.” Robin had op haar achttiende geen problemen, want in de instelling van Youz kon ze blijven tot haar 23e.

Dat ziet Falkena het liefst ook voor reguliere jeugdhulp: “Dat het doorloopt en automatisch Wmo (volwassenenzorg) wordt. Je kan tegenwoordig wel verlengde jeugdhulp aanvragen (tot 23 jaar), maar het gebeurt heel weinig.” Cijfers van de gemeente laten zien dat inderdaad slechts twee procent van de jeugdhulp aan mensen van boven de achttien wordt gegeven. Falkena vervolgt: “Er zijn veel schakels waar het ‘mis’ kan gaan. Voor de gemeente is het prijzig, je hulpverlener moet het suggereren en je moet het zelf willen. Veel jongeren zitten op zo’n moment misschien al twaalf jaar onder toezicht. Die denken: vrijheid!, terwijl ze er misschien nog helemaal niet aan toe zijn. Als het automatisch gaat, hoef je er niet over na te denken.”

Maar lang niet alle oplossingen hoeven geld te kosten, denkt Falkena. “Het is een omslag. Ik denk dat een deel van het probleem is dat de hersenen op je achttiende nog niet volgroeid zijn. Wat verwacht je dan? Als jij achttien wordt en ik zeg: straks moet je zorgverzekering betalen. Tsjah, nou, … nú nog niet. Als ik vroeger een toets had, begon ik ook pas een dag van te voren met leren. Misschien moet je proefdraaien. Oefenen met vaste lasten.”

Training

Sylvana, Robin en hun collega’s kregen acht weken lang 4 uur training om het onderzoek uit te voeren. Daarin leerden ze gesprekstechnieken. Robin: “Dat had ik ook al geleerd op school, ik studeer fysiotherapie, maar het was leuk om mee bezig te zijn en ik kon ook dingen meegeven aan de rest.” En er werd geoefend.

Nicky Verduyn (28) is trainer bij ExpEx en ervaringsdeskundige bij Parnassia op het gebied van persoonlijkheidsstoornissen. Ook zij zat in de ggz. Nu fungeerde ze een aantal keer als proefkonijn in de training voor het onderzoek. “Ik moest verschillende types spelen om ze te laten oefenen. Bijvoorbeeld een hele boze jongeren. Dat was mooi, want één van de interviewers liep vast, maar haar partner nam dat heel mooi over. Dat was mooi om te zien.”

De interviews worden altijd met zijn tweeën gedaan. Robin: “Het zijn best praktische vragen, maar je moet doorvragen. Als je vraagt: ‘Weet je wat er gaat veranderen,’ zegt iemand misschien ja. Maar als je doorvraagt, kan het toch zijn dat het eigenlijk ‘nee’ is.” De groep van onderzoekers is heel divers, vertelt ze. “Een andere achtergrond, andere types, maar wel supervastberaden om verbeteringen in de jeugdhulp te brengen. Dat is heel leuk, om dat gemeen te hebben.”

Robin zit met een dubbel gevoel over de resultaten van het onderzoek. “Ik verwacht dat eruit komt dat het nog niet goed geregeld is. Maar tegelijkertijd hopen we dat het déze jongeren wel lukt om een goede stap te maken, juist doordat we ze er alert op maken.” Zit daar dan een knelpunt? Worden de resultaten vertroebeld, doordat deze jongeren met hun neus op de feiten worden gedrukt door het onderzoek? Falkena: “Laten we zeggen: als het met deze jongeren ineens goed gaat, hebben we de oplossing. Dan moeten we alle jongeren gewoon minstens een jaar volgen en met ze praten hierover.”

De resultaten van de interviews worden door het onderzoeksbureau van Maarten Davelaar geanalyseerd. Daarna worden er aanbevelingen gedaan aan gemeentes en instellingen. Falkena: “Na drie maanden gaan we nog eens langs om te kijken hoe het gaat.”

Door: Mieke van Dixhoorn