Wanneer jouw grondrechten niet tellen

Op 20 november is het ‘de Internationale Dag van de Rechten van het Kind.’ Ik heb lang gedacht dat in Nederland niet of nauwelijks kinderrechten werden geschonden… Toen kwam ik in de jeugdzorg terecht.

Drie paar ogen kijken mij vol ongeloof aan. Ze hebben mij gevraagd wat ik deed op school, en ik heb eerlijk geantwoord: Atheneum. De dienstdoende groepsleider valt bijna van z’n stoel, terwijl m’n nieuwe groepsgenoot hardop lacht. ‘’Nee? Echt?!’’

Ja, echt. En wat ik dan in hemelsnaam te zoeken heb op een groep in de gesloten jeugdzorg. Ik stel mezelf die vraag ook, iedere dag van m’n verblijf, maar ík stel mezelf die vraag omdat ik het hier verschrikkelijk vind, en zij stellen de vraag omdat ik ergens enigszins succesvol ben geweest op school. Vwo-leerlingen horen niet problematisch te zijn.

Ik ben een vreemde eend in de bijt. Volgens mij denken ze dat ik een soort exotisch bijna uitgestorven diersoort ben. Als ze een vraag hebben, dan stellen ze die aan mij. Dat kan iedere willekeurige vraag zijn, en toevallig heb ik tot nu toe altijd ieder antwoord geweten. Gelukkig heb ik al die Wikipedia-pagina’s uit m’n hoofd geleerd, dat vinden de groepsleiders leuk.

Circusaapje zijn is tof. Door mijn aanwezigheid staat de groep nu officieel bekend als autistengroep. Mijn groepsgenootje is daar boos om. Blijkbaar was het eerst de slettengroep, en autisten zijn kut. Jason, die Rubiks Kubus is echt niet helpend. En het zou schelen, maakte je eens oogcontact.

Vwo-leerlingen horen niet problematisch te zijn.

Ik zou eens moeten turven hoe vaak ik hoor dat ik hier niet op m’n plek ben. De groepsleiders en groepsgenootjes hebben unaniem besloten dat een gesloten instelling niks voor mij is. Het is bijna alsof vergeten wordt dat mijn polsen open liggen, en ze me vorige week voor het laatst hebben geïsoleerd omdat ik mezelf wilde verhangen. Mijn IQ was niet het bezwaar toen ik hier geplaatst werd.

Ik kan niet zeggen dat ik achterblijf in problematiek. Als ik mijn dossier mag geloven ben ik de hel van iedere hulpverlener. Had ik geen doodswens dan had ik me misschien anders gevoeld, nu was ik eigenlijk maar anders gedurende één dagdeel: school.

‘’Maar wat doe jij hier dan?’’ werd mij gevraagd. School was alles wat ik had. Het verliep de laatste jaren niet helemaal vlekkeloos, maar ik had het desondanks geschopt tot de vijfde klas van het vwo. School was hetgeen dat mij toekomstperspectief bieden kon. Een diploma zou mijn ticket worden naar een beter leven.

Het recht op onderwijs staat als sociaal grondrecht vastgelegd in de Grondwet, onder artikel 23. In het Kinderrechtenverdrag staat eveneens dat alle kinderen recht hebben op onderwijs, onder artikel 28. En ik, toentertijd een 17 jarige, kreeg het voor elkaar een jaar zonder onderwijs te zitten, in een welvarend land als Nederland, terwijl ik onder toezicht gesteld was door de staat. De leerplichtambtenaar was vast op vakantie naar Kroatië ofzo, want die was nergens te bekennen. Blijkbaar gelden je grondrechten niet als je eigendom bent van Jeugdzorg.

Blijkbaar gelden je grondrechten niet als je eigendom bent van Jeugdzorg.

Als je in een Atheneumklas zit leef je in een bubbel. Ik had al zeker vijf jaar geen vmbo’ers gesproken. Tot mijn verbazing waren mijn groepsgenoten niet bijzonder dom. Ze waren erg pienter: dat kwam naar voren in iedere woordenwisseling die ze hadden met de groepsleiders en alle trucs die waren ontwikkeld om dingen naar binnen te smokkelen. Hun lesstof sloot echter nooit aan: Was je een havist dan kon je vmbo-t boeken krijgen, was je schooladvies vmbo-t dan ging je vmbo-k doen, en deed je Atheneum? Dan kwam je het klaslokaal gewoon in z’n totaliteit niet in. Meestal kon je aan de hand van de schoolboeken gokken hoelang de jongeren al binnen de muren bivakkeerden.

Het blijkt dat ik in een systeem zat dat niet afwist van mijn bestaan. Een problematische vwo-leerling, leuk verhaal. Het stomme is, wij bestaan wél. In mijn vierde instelling sprak ik een groepsgenoot, toentertijd 15 jaar. Ik vroeg haar wat zij deed op school, en ze zei Gymnasium. Althans, dat was haar advies. Nu moest ze het eerste jaar voor de derde keer doubleren. Of, voor de derde keer niet doen, want ze zat net als ik in een instelling waar ons bestaan niet werd erkend.

Bij voorbaat gaan hulporganisaties ervan uit dat jongeren uit de jeugdzorg geen kans maken op het gebied van onderwijs. Het wordt een self-fulfilling prophecy route: Het niveau in instellingen is schandalig laag, zonder uitzonderingen, waardoor wij toeleven naar een toekomst die door anderen is bestempeld als kansarm.

Ik hoefde van menig instellingen geen les te volgen. De lessen waren toch niet op niveau. In andere instellingen mocht ik niet naar school. Ik moest op mijn kamer zitten, zonder tv. Een boek lezen, avi 7. Soms mocht ik op de groep aanwezig zijn, in m’n eentje, want alle andere leerlingen mochten wel onderpresteren.

Ik zeg vast niks choquerends wanneer ik uitspreek dat ook jongeren uit de jeugdzorg recht hebben op onderwijs. De kans een diploma te halen moet niet van ons afgepakt worden. Het is oké als een jongere zijn diploma niet haalt omdat hij te veel andere zorgen heeft. Het is oké als hij zijn diploma niet haalt omdat hij de competenties niet heeft. Het is oké als hij hem niet haalt omdat hij de inzet niet heeft. Het is allemaal oké, als het aan de jongere ligt dat het diploma niet behaald wordt. Wanneer dat ligt aan gebrekkig onderwijs in gesloten instellingen, is dat níet meer oké.

Wij zijn niet kansloos. Wij worden kansloos gemaakt.

Wij zijn niet kansloos. Wij worden kansloos gemaakt. Een aantal weken terug heb ik verschillende jongeren gesproken over het onderwijs binnen de gesloten zorg, en hun ervaringen daarmee. De volgende punten kwamen collectief naar voren:

  • Niveau binnen instellingen reikt in een gunstig geval tot VMBO-t.
  • Jongeren die havo, VWO of MBO aankunnen moeten dit veelal zelfstandig doen.
  • School wordt meer gezien als tijdverdrijf en dagbesteding, dan als daadwerkelijke investering in een diploma of certificaat.
  • Er wordt veel getest op niveau, maar niet veel gewerkt aan niveau.
  • Vooralsnog geen jongeren gesproken die zeggen iets te hebben gehad aan het intern volgen van school.
  • School kan pas gecontinueerd worden wanneer jongeren extern naar school mogen.
  • Jongeren worden onderschat: Ze moeten onder hun niveau werken.

Arie Slob, Hugo de Jonge: Aan tafel. Het structureel schenden van rechten van kinderen onder de vleugel van jeugdzorg kan niet door de beugel. Jullie nemen ons niet tegen onszelf in bescherming tot jullie waarborgen dat wij dezelfde kansen krijgen als alle andere kinderen. Bij het onttrekken aan school schaden jullie ons in het kader van zorg. Pak de handschoen op.