Gabriel deelt bij Nieuwsuur zijn ervaringen met voogden

23 september 2022

Voogden hebben nu tot wel 16 gezinnen in begeleiding, terwijl uit onderzoek blijkt dat het er niet meer dan 8 à 9 moeten zijn. Dat geeft stress en een voortdurend gevoel tekort te schieten. FNV eist daarom dat het kabinet meer geld uittrekt voor het aantrekken van gezinsvoogden.

Een gezinsvoogd komt in beeld als er in het leven van een kind serieuze problemen zijn. Zo had Gabriel (23) verschillende gezinsvoogden vanaf zijn 11de. “Mijn moeder overleed toen ik 1,5 jaar oud was. Mijn vader bleef over met 5 kinderen. Ik kon toen bij mijn oma en opa wonen, dat was fijn. Maar toen ik 11 jaar was vond jeugdzorg die te oud. Op dat moment kreeg ik een voogd.”

Weinig persoonlijk contact

Gabriel heeft niet per se warme herinneringen aan zijn voogden. “Het was niet dat ik ze niet aardig vond”, vertelt hij. “Ik had 1 heel stabiele voogd. Dat was fijn, want je hebt ze overal voor nodig. Voor een nieuwe rekenmachine en nieuwe gympen bijvoorbeeld. Of toestemming voor een dag vrij.”

In de tijd waar Gabriel over spreekt – zo’n 10 jaar geleden – was er weinig persoonlijk contact tussen kinderen en hun voogd. “Ik zag mijn voogd alleen als het niet goed ging of ik in de problemen zat en voor de rest kon ik haar tussendoor niet goed bereiken.”

Wisselende voogden

Dat is nog steeds vaak zo volgens Gabriel. “Als je tegen een jongere in de jeugdhulp zegt dat ‘je voogd op vakantie is’ snappen ze meteen wat je bedoelt: dat je je voogd maar niet te pakken krijgt.”

Gabriels voogd werd langdurig ziek en een ander stopte ermee. Hij denkt dat het te maken had met de werkdruk. Als lid van de klachtencommissie van Jeugdbescherming Rotterdam-Rijnmond krijgt hij veel klachten binnen. “Over afspraken niet nakomen bijvoorbeeld. Ik denk dat die klachten ook vaak met de werklast te maken hebben.”

‘Belangrijk om kinderen te zien’

Gezinsvoogd Hanneke heeft geregeld het gevoel dat ze tekortschiet. “Ik zie de gezinnen veel minder”, legt ze uit. “Terwijl je veel meer te weten komt over de situatie in een gezin wanneer je met iemand een wandeling kunt maken of thuis kunt bezoeken.”

“Dan ontdek je dat iemand een verstandelijke beperking heeft bijvoorbeeld, en dat je dus informatie op een andere manier moet overbrengen. Dat is belangrijk om te weten.”

‘Ik ben de hele dag aan het bellen’

Ook de kinderen ziet Hanneke minder dan voorheen. Naast gezinnen waar verwaarlozing of mishandeling speelt, heeft Hanneke ook jeugdreclasseringszaken. Ze noemt een recent voorbeeld van meisje dat vastzat.

“Dan ga ik de hele dag bellen met de reclassering, de politie en de moeder. Ik ben dan alleen maar aan het bellen en registreren in het systeem. Ik heb dat hele kind niet gezien sinds ze vastzit en dat was voorheen wel anders. Dan zocht ik eerst het kind op.”

Werkelijke werklast is het dubbele

Volgens Hanneke is er meer administratieve druk dan vroeger en zijn er complexere gevallen. “Er zijn ook veel vechtscheidingen”, zegt ze. “Dan gaat het soms om hoogopgeleide gezinnen waar alles waarschijnlijk wel redelijk zou draaien als die scheiding niet zo heftig zou verlopen.” Het aantal gezinnen dat ze bijstaat is groot: op dit moment 11 gezinnen, en dat in de 22 uur per week die zij daarvoor heeft.

Onderzoeksbureau Significant Public stelde in maart dat een jeugdbeschermer (gezinsvoogd of voogd) maximaal 8 tot 9 gezinnen kan begeleiden. Uit een rondvraag van vakbond FNV onder ruim 250 voogden blijkt dat de werkelijke werklast het dubbele is, namelijk ongeveer 18 tot 22 gezinnen.

‘Structureel 400 miljoen euro extra’

De vakbond vindt dit niet acceptabel en stelt nu een ultimatum aan verantwoordelijk minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming. “Er moet snel structureel 400 miljoen euro extra worden uitgetrokken om duizenden nieuwe jeugdbeschermers aan te nemen”, eist Maaike van der Aar van FNV Zorg.

De vakbondsleider voert gesprekken met het ministerie van Justitie en Veiligheid, maar tot concrete toezeggingen heeft dat nog niet geleid. Weerwind krijgt nu tot uiterlijk vrijdag om tegemoet te komen aan de eisen, anders dreigen jeugdbeschermers het werk neer te leggen, waarschuwt Van der Aar.

Stimuleringsregeling

Een woordvoerder van het ministerie van Justitie en Veiligheid laat weten dat zij ‘erkennen dat de druk die op de jeugdbescherming toeneemt, onhoudbaar wordt’. Om daar iets aan te verbeteren is er een stimuleringsregeling opgetuigd om zij-instroom binnen de jeugdbescherming te bevorderen zodat de werkdruk omlaag kan.

“We zijn met jeugdbeschermingsorganisaties en verantwoordelijke gemeenten in gesprek om goede afspraken te maken over tarieven, het verlagen van de werkdruk en het waarborgen van de kwaliteit en continuïteit in de jeugdzorg”, stelt de woordvoerder. Het ministerie roept FNV daarom op om geen actie te voeren.

Bron: EenVandaag