Ruben’s verhaal in de Week van het Vergeten Kind 2024

1 februari 2024

Ruben van der Geest (23) heeft lang geaarzeld voordat hij de moed vond om hulp te zoeken voor zijn mentale problemen. Eenmaal die stap gezet, ervoer hij weinig steun. “Ik werd van het ene naar het andere loket gestuurd. Er was nauwelijks aandacht en ik werd niet serieus genomen”.

Ruben komt uit een thuissituatie waarin hij zich onveilig voelde. “Ik trok mij terug en ging gamen. Hierdoor werd mijn sociale kring steeds kleiner”. Hij beschrijft zijn gemoedstoestand als vergelijkbaar met een uitgewrongen vaatdoek, waaruit op een gegeven moment geen druppel meer te persen valt. “Ik moest iets doen met deze depressieve gevoelens.” Uiteindelijk kwam Ruben in de Jeugd-GGZ terecht. 

Daar werd hij niet gezien en niet gehoord. “Er was bijna niemand die tegen mij zei: dit is serieus, we gaan hier iets aan doen.” Slechts oppervlakkige gesprekken en sporadische interventies, dat is wat Ruben heeft ervaren. “Ik had behoefte aan een drastische aanpak om mij beter te laten voelen”. In plaats daarvan lieten ze hem keer op keer hetzelfde verhaal vertellen bij verschillende hulpverleners. Wat niet leidde tot de juiste hulp. 

“Er waren ook enkele momenten dat ik wel werd gezien. Bijvoorbeeld door een psycholoog die mij echt serieus nam en met mij wilde werken aan mijn mentale problemen. Ze maakte zelfs haar hele agenda leeg om mij te helpen”, vertelt Ruben, zichtbaar aangeslagen. “Dat ontroert mij tot op de dag vandaag”. 

Hokjesdenken

Ruben had het gevoel dat de Jeugd-GGZ bezig was hem te ‘repareren’. “Het leek alsof ik een robot was waar ze af en toe een nieuwe arm op moesten zetten om weer in het systeem te passen.” 

Er werd nauwelijks gekeken naar wat hij werkelijk nodig had; protocollen hadden de overhand. Tot grote frustratie van Ruben: “Al die interventies, het stigmatiseren en het denken in hokjes, waarom is dat nodig?” 

Systeem op de schop

Ruben is resoluut in zijn oplossing om aandachtsvolle zorg prioriteit te geven. “Ik denk dat hoe we dingen aanpakken volledig moeten omgooien. Het systeem moet op de schop”. Hij erkent dat dit weliswaar een utopisch beeld is en veranderingen meestal geleidelijk plaatsvinden, maar absoluut noodzakelijk is. “In de tussentijd is het belangrijk dat alle hulpverleners en organisaties flexibel zijn en een verschuiving maken naar menselijke aanpak.”