Rondetafelgesprek met 4 experts over ervaringsdeskundigheid

28 juni 2019

Vier ervaringsdeskundigen zitten om de tafel: Mannus Boote, Marjet van Houten, Edo Paardekooper Overman en Alie Weerman. Wat zien zij als toegevoegde waarde van ervaringsdeskundigheid? Gaat het goed met de inzet van ervaringsdeskundigen of valt er nog een wereld te winnen? Wie vier doorgewinterde experts samen aan tafel uitnodigt voor een interview over ervaringsdeskundigheid, hoeft niet bang te zijn dat het gesprek stilvalt. De discussie is geanimeerd. De gesprekspartners vallen elkaar bij en zijn het op onderdelen niet met elkaar eens. Zo gaat dat. Maar er is iets dat hen sterk bindt, merkt de interviewer. Dat is allereerst natuurlijk hun gezamenlijke ervaringsdeskundigheid op verschillende vlakken (zie kader). Maar het is ook hun grote bevlogenheid om ervaringsdeskundigheid – in tal van verschijningsvormen – stevig te laten wortelen in het sociaal domein.

Wanneer ben je een ervaringsdeskundige?

Mannus Boote: ‘Ik denk dat iemand ervaringsdeskundig is als je hebt geleerd om het functioneel in te zetten. Als middel, niet als doel. Ik geloof trouwens niet meer zo in één definitie. Ik zie zoveel verscheidenheid in het veld, zoveel rollen. Een ervaringsdeskundige vrijwilliger is heel iets anders dan een ervaringswerker.’ Weerman: ‘Dat je definieert wat de toegevoegde waarde is, vind ik heel belangrijk. Het is een heel bijzondere bron van kennis. Het doet daaraan geen recht als je iedereen maar ervaringsdeskundige gaat noemen. De basis voor mij is: het is ervaring met ontwrichtende beperkingen die vaak gepaard gaan met uitsluiting en een stigma. Gewone levensgebeurtenissen vallen daar niet in. Als je hoogbejaarde ouders overlijden, is dat treurig maar dat zie ik niet als bron voor ervaringsdeskundigheid. Het gaat om kennis van ervaringen waardoor mensen buiten de boot vallen en hulp nodig hebben. Dat is essentieel. Op onze hogeschool is een belangrijke vraag die we studenten stellen die hun ervaringsdeskundigheid willen inzetten: wat heb jij te bieden in jouw ervaringen wat van toegevoegde waarde is voor jouw cliënten?’ Boote: ‘Ik ben het deels met je eens Alie. Maar de definitievraag begint me langzamerhand ook te irriteren. Misschien komt dat door mijn anarchistische inslag. Alle competenties staan op papier, er zijn allerlei schema’s. Maar het moet daar niet teveel over gaan. Laten we vooral aan het werk gaan. Laten we geen energie verspillen aan definitiediscussies door instituten. De mensen om wie het gaat, zijn allang aan de slag gegaan.’ Weerman: ‘Dat is zo. Ik merk ook dat we ervaringsdeskundigheid nog steeds moeten verantwoorden. Er bestaat een beroepscompetentieprofiel, dat is allang vastgesteld. Bruikbaar voor de ggz en, met een beetje bijstelling, ook in andere sectoren.’ Weerman: ‘We stellen toch ook niet steeds ter discussie wat de toegevoegde waarde van verpleegkunde is?’ Paardekooper Overman: ‘Maar we zitten ook in een erkenningsvacuüm. We willen graag dat het erkend wordt en dat het geld oplevert. Langjarig is er voortdurend een discussie of deze mensen met deze kennis het verdienen om betaald te worden voor wat ze inbrengen.’ Boote: ‘Kan zijn. We zijn soms afhankelijk van het systeem. Maar we zijn er ook om het systeem te veranderen. Het gaat om een nieuwe bron van kennis die zich niet altijd gemakkelijk laat meten.’

Gaat het goed gaat met de inzet van ervaringsdeskundigheid in het sociale domein?

Paardekooper Overman: ‘De systeemwereld is nog steeds een belemmering.’ Van Houten: ‘De systeemwereld bestaat uit mensen. En elke keer als je hen op hun menszijn aanspreekt, blijkt dat ze veel meer ervaring hebben en veel meer compassie en capaciteiten dan wanneer ze in functie zijn. Dat is het vreemde aan deze tijd waarin mensen tot professional geworden zijn.’ Weerman: ‘Er bestaat een verknipt beeld van professionaliteit. De opvatting dat je als professional je kwetsbaarheid niet moet tonen, is zeker bij de oudere garde nog dominant. Dat maakt dat cliënten zich minderwaardig voelen en denken dat de hulpverlener zijn zaakjes altijd voor elkaar heeft.’ Boote: ‘Het lijkt een ongeschreven regel. Op het moment dat we in organisaties afspreken dat we dat pantser mogen laten vallen, klinkt er een zucht van verlichting. Kennelijk is niemand blij met die ongeschreven regel.’ Van Houten: ‘Ik zie vaak wel goede wil, maar ik zie ook dat mensen terugvallen in hun verkrampte professionele rol met allerlei regeltjes.’

Wat is het motto voor de inzet van ervaringsdeskundigheid in het sociaal domein?

Van Houten: ‘Dat het gaat om waar we naar streven. Dat we het uiteindelijk doen voor betere zorg en ondersteuning aan mensen die gesteund willen worden.’ Paardekooper Overman: ‘In essentie gaat het om zorgzaamheid. Omzien naar elkaar. Dat is de opdracht die je hebt ten opzichte van mensen die ernstig ontregeld zijn ofwel de omgeving ernstig ontregelen. Daar heb je ervaringskennis bij nodig.’ Boote: ‘Ik heb twee motto’s. Een: begin alleen met ervaringsdeskundigheid als er iets aan de machtsstructuur mag veranderen. Nu word je vaak ingezet of wordt bepaald dat je wordt ingezet als ervaringsdeskundige. De machthebber bepaalt wat er met de input gebeurt. Twee: we hebben meer overeenkomsten dan verschillen. In de praktijk is het nu dat we een tweedeling hebben bedacht – je ontvangt of je geeft hulp – die tweedeling doet geen recht aan de werkelijkheid.’ Weerman: ‘Mijn motto is: ervaringskennis moet als eerste bron van kennis aangemerkt worden. Het moet bovenaan staan. En inherent daaraan is dat pijn en leed worden benoemd. Pijn en leed die we doorgaans uit de weg gaan. Omdat we gewend zijn dat we alles willen fiksen. We moeten taal geven aan dingen die pijn doen.’ Lees het volledige artikel op de website van Movisie.

Wie zitten aan tafel?

Mannus Boote is specialistisch ambulant hulpverlener bij Intermetzo, projectleider ervaringsdes- kundigheid bij Spirit! en trainer en ambassadeur bij ExpEx (Experienced Expert). Hij heeft allerlei vormen van hulpverlening gehad, onder meer in een pleeggezin en een leefgroep van jeugdzorg. Vanuit zijn persoonlijke ervaringen als homo zet hij zich in voor intersectionele emancipatie.

Marjet van Houten werkt als senior-adviseur Participatie bij Movisie. Is ervaringsdeskundige op het gebied van seksueel misbruik en moeder van een zoon met ernstige psychische problemen.

Edo Paardekooper Overman zet zich in voor dak- en thuisloze mensen. Paardekooper Overman, zelf dakloos geweest, betrekt hen als ervaringsdeskundigen bij beleidsbeïnvloeding. In 2018 was hij winnaar van de prijs Mensenrechtenmens, een initiatief van het College voor de Rechten van de Mens.

Alie Weerman is lector ggz en samenleving aan de Hogeschool Windesheim. Ze promoveerde in 2016 cum laude op het onderwerp ervaringsdeskundigheid en zorg- en dienstverlening. Weerman kampte zelf met depressies en heeft de diagnose ADHD. Ze is familieervaringsdeskundig op het gebied van verslaving en psychoses.