Pride: Ben jij een held voor de jeugd?

4 augustus, Pride. Ik sta op boot 73, de Spirit-boot. Een boot van een jeugdhulp-organisatie. Dichter bij huis kon ik het niet krijgen. Een boot die een plek vult op de botenparade om LHBT jongeren uit de jeugdhulp een hart onder de riem te steken. Jongeren zoals ik. Met op de boot een weerspiegeling van de organisatie: Pleegouders, pleegkinderen, jongeren uit de gesloten instelling, de bestuurders, ervaringsdeskundigen en groepsleiders. Witte kledij, zilveren capes en glitters in de gezichten. Op de banner staat de vraag in de titel: Ben jij een held voor de jeugd?

Het is inmiddels 1,5 jaar geleden dat ik uit de kast kwam als transgender. Ik had in een week tijd mijn haar kort geknipt en iedereen verteld dat ik nu door het leven zou gaan als jongen. Ik adopteerde een naam die ik niet bij mijn geboorte had gekregen. Ik liet een periode van zes jaar geheim houden hoe ik me voelde achter me, en ging nu leven zoals ik wilde: als Jason.

Ik had geen keuze meer. Het was uit de kast komen of suïcide pogen. Het was eindelijk durven spreken, of het tijdelijke met het eeuwige verwisselen. De tijd was rijp, en ik stelde mezelf de vraag wat dan het verschil zou maken. Waarom ik nu wel uit de kast zou durven komen, en die jaren daarvoor niet. Dat ik de kastdeur kon openen kwam omdat iemand de vraag in de titel kon beantwoorden met ‘ja.’ Mijn behandelingscoördinator.

Mijn behandelingscoördinator was de eerste die het te horen kreeg, een half jaar voor de rest van de wereld. Ik had het wel verteld, maar was niet van plan in transitie te gaan. Dat zou teveel impact hebben op hoe mensen mij zagen. Het zou negatieve gevolgen hebben voor mijn geplande jeugdzorgrevolutie. En belangrijker nog: ik durfde toch niet.

‘’Ik denk niet dat dit vol te houden is.’’ Had ze gezegd. Ik schudde mijn hoofd, want ik wist dat ze gelijk had. Ik wist dat ik dit niet de rest van mijn leven vol ging houden. Dus moest ik dood. ‘’Ik bedoel hier niet mee dat je zelfmoord moet plegen. Helemaal niet zelfs.’’ Voegde ze er snel aan toe, want ze kon mijn gedachtes vlekkeloos eigen maken.

Ik had geen keuze meer. Het was uit de kast komen of suïcide pogen.

Die zelfmoordgevoelens waar ik mee kampte blijken geen uitzondering. Onder LHB-jongeren liggen de suïcidecijfers 4,5 keer hoger dan bij hetero-jongeren het geval is. Transgenders worstelen zelfs vijf tot tien keer vaker met deze gedachten. Deze gegevens werden het aandachtspunt dat de boot moest uitdragen: dit moet anders.

Onderzoeksbureau Movisie publiceerde 19 juli het rapport van Out on the Streets, een onderzoek naar dak- en thuisloze LHBT’ers in Amsterdam. Één van de tips die in de checklist naar voren kwam, was het duidelijk maken dat je LHBT’ers accepteert. Dit kan bijvoorbeeld door middel van het hebben hangen van een regenboogvlag of posters van same sex stellen op de groep.

Maar hoeveel bewonderenswaardiger is het wanneer een organisatie kiest voor een boot tijdens de Pride, en hiermee aantoont een veilige plek te willen zijn voor LHBT’ers? Welk signaal geeft het af, aan alle werknemers, wanneer de directrice van de organisatie haar vakantie verzet om aanwezig te kunnen zijn tijdens de boottocht? Welke zorgorganisaties zullen zich na het zien van de Spirit en de HVO-Querido-boot geroepen voelen zich ook in te zetten voor de LHBT’ers die zij in huis hebben?

Hoeveel mensen zullen de banner hebben gelezen, en zichzelf oprecht hebben afgevraagd of zij een held zijn voor de jeugd? En wanneer zij dit jaar in hun hoofd twijfelachtig een antwoord formuleerden, hoeveel van hen zullen volgend jaar steevast ‘ja’ antwoorden?

Hoeveel van hen worden voor een jeugdzorgkind, wat mijn behandelingscoördinator is geweest voor mij? Dat zachte, liefdevolle duwtje in de rug, dat je nodig hebt om echt jezelf te kunnen zijn. Hoeveel worden een held voor de jeugd?

Dat ik de kastdeur kon openen kwam omdat iemand de vraag in de titel kon beantwoorden met ‘ja.’ Mijn behandelingscoördinator.