Sterre – Verslaving

Ik ben Sterre en ik ben 24 jaar oud. Mijn verhaal begint toen ik nog thuis woonde. Ik was zes jaar en bij ons thuis werd veel drugs en drank gebruikt. We werden mishandeld en seksueel misbruikt. Hierdoor werd ik op mijn zesde uit huis werd geplaatst door de kinderbescherming. Sindsdien ben ik van de ene instelling naar de andere instelling verhuisd. Mijn moeder kwam eigenlijk nooit langs en zag ik hierdoor weinig. Ik had het gevoel dat ik altijd alles alleen moest doen. Daarnaast had ik weinig vrienden op de jeugdzorg instellingen. Wel had ik goed contact met mijn neef. Hij was een stuk ouder en als klein meisje keek ik erg tegen hem op. Samen gingen we vaak naar het Vondelpark in Amsterdam. Daar chillde hij vaak met zijn vrienden. Hij en zijn vrienden rookte dan altijd een jointje. Zelf had ik dat nog nooit gedaan, maar ik was een nieuwsgierige puber die dat ook wel eens wilde proberen. Mijn neef vond dat prima en hij draaide mijn eerste jointje. Eenmaal opgestoken voelde ik eigenlijk helemaal niks en ik rookte stevig door. Plotseling werd ik helemaal dizzy en dit was best wel grappig. Dit had ik nog nooit gevoeld! Toen we na een tijdje naar huis gingen zag ik onderweg een vuilniszak die in de boom hing voor een man aan. Mijn neef lachte me hard uit terwijl ik maar bleef zeggen: ‘die man moeten we helpen, die hangt daar maar in de boom!’. Eenmaal thuisgekomen ben ik naar boven gegaan. Op mijn bed kreeg ik een lachkick. Op dat moment dacht ik, jeetje dit wil ik wel vaker voelen. Ik voelde me gelukkig en hoefde nergens aan te denken, eindelijk relaxed.

Vanaf dat moment rookte ik vaker jointjes. Maar de goede werking werd al snel minder. Hoe meer ik rookte, hoe meer ik nodig had voor hetzelfde effect. Ik kwam nog steeds regelmatig bij mijn neef. Op een gegeven moment mocht ik ook mee wanneer ze bij zijn vrienden thuis gingen chillen. Dan rookten we een blowtje en dronken een drankje. Tot op een keer één van die jongens een klein zakje op tafel gooide met wit poeder erin. Hij veegde met een pasje het witte poeder uit op een cd en liet het daar opdrogen. Toen het droog was rolde hij een briefje van 5 euro op, pakte weer zijn pasje en maakte van het witte poeder een lijntje wat hij vervolgens op snoof. Ik vroeg gelijk natuurlijk als nieuwsgierige puber van inmiddels 13 wat het was. Als reactie kreeg ik dat als je het even niet meer ziet zitten, dit spil je weer happy maakt. Dit klonk zo aantrekkelijk dat ik het ook wilde proberen. Toen ik het had gebruikt werd er gezegd: ‘zo dit is nou cocaïne’. In de paar uurtjes dat de cocaïne goed werkte dacht ik dat ik de hele wereld aankon. Ik had me nog nooit zo sterk gevoeld.

In het vervolg als ik met mijn neef ging chillen kreeg ik niet alleen een blowtje, maar ook een ‘nakkie’. Tot het moment dat ik naar de Hoenderloo Groep ging. Dit is een gesloten Jeugdzorginstelling. Op de groep kon ik niet aan mijn cocaïne komen en zo moest ik er gedwongen mee stoppen. Wiet lukte me nog wel om op de groep de smokkelen. ’S Avonds als iedereen aan het slapen was, sloop ik naar de noodtrap en dan zette ik de deur op een kiertje. Zo kon ik mijn blowtje blijven roken en alles even vergeten.

Op mijn 17e kwam ik vrij van de Hoenderloo groep en ging ik weer terug naar Amsterdam. Eenmaal terug in mijn stad kon ik de verleiding niet weerstaan weer te snuiven. In deze tijd leerde ik ook mijn toenmalige vriend kennen. Samen met hem heb ik een paar jaar elke dag intensief gebruikt.

Toen ik ongeveer 21 jaar was, werd ik de manier waarop ik mijn leven leidde zat. Mijn vriend en ik waren niet meer gelukkig met elkaar en hij vond dat ik moest vertrekken. Dit heb ik ook gedaan. Het maakte mij niet uit dat ik daardoor weer dakloos werd.

Na een aantal weken rondzwerven in Gouda werd ik door een vriendin naar het STIP gestuurd (Steun en Informatie Punt). Toen ik daar aankwam zat ik vol schaamte en ik wist niet naar wie ik moest vragen of hoe ik alles moest uitleggen. Hoe ging ik vertellen dat ik niks meer had?
Ik had me nog nooit zo klein gevoeld in een zo’n grote wereld. Ik was verslaafd, dakloos en geldloos.
Ik besloot dat ik toch maar over mijn trots heen moest stappen en bij het STIP alles te vertellen.

Gelukkig kon ik bij een super lieve vrouw terecht. Ik vertelde mijn verhaal en werd totaal niet veroordeeld ik werd juist met open armen ontvangen. Ik merkte dat ze het heel erg te doen had met mij. Uiteindelijk kon ik een kamer krijgen bij de familie Heus. Hier kon ik me ook inschrijven zodat ik een ww-uitkering kon aan vragen en vervolgens een Wajong uitkering.

Doordat er nu een inkomen geregeld was kon ik nu anti-kraak gaan wonen. Helaas maakte ik de stomme fout weer terug te keren bij mijn ex-vriend en ik begon weer met het gebruik van cocaïne. Na 6 maanden anti-kraak gewoond te hebben ben ik samen met mijn vriend verhuisd naar een woning waar we langer konden blijven. Helaas bleven de ruzies aanhouden tussen mij en mijn ex-vriend.

Ik vertelde aan mijn contactpersoon van het STIP dat ik weg wilde bij hem, maar dat ik geen idee had waar ik moest wonen. Ze heeft me toen aangeraden om hulp te zoeken bij Kwintes, een instantie voor begeleid wonen. Binnen 2 weken had ik een persoonlijk begeleider die kon mij in een traject zetten van de gemeente het JOD traject (Jongeren onderdak). Ik kreeg begeleiding met mijn financiën want had aardig wat schulden opgebouwd door mijn gebruik. Ik vond lange tijd de drugs belangrijker dan mijn financiën.

Na 3 maanden zwerven kreeg ik een huis toegewezen en kon ik mijn leven oppakken. Ik vertelde aan mijn persoonlijke begeleider dat ik heel graag wat wil doen met mijn ervaringen. Hij vertelde mij over de ZOG MH (nu Stichting Kernkracht) een cursus had voor ervaringsdeskundigheid. Ik heb me gelijk aangemeld en ik heb de cursus met succes afgerond.

Na de cursus ben ik bij de organisatie vrijwilligerswerk gaan doen. Hier leerde ik mensen kennen die me vertelde dat ik verslaafd was en hier wat aan moest gaan doen. Ik vond dit onzin en wuifde het weg. Tot ik op mijn verjaardag zo de mist was gegaan en zoveel had weggesnoven dat ik wel moest toegeven dat ik verslaafd was. Ik ben gaan praten met anderen en vertelde dat ik wilde stoppen. Ik wilde niet meer dat de cocaïne mijn leven beheerste en ik begon met de strijd die ik tot op de dag van vandaag nog steeds voer: het stoppen met de cocaïne.

Mijn afkickproces ging moeizaam mijn trek was enorm groot, maar moest stoppen. Ik was sterker dan de cocaïne! Mijn emoties vlogen alle kanten op ik haatte mezelf op zulke momenten. Maar ik hield vol. Mijn vrienden en mensen van de Stichting KernKracht hielden mij op de been en ik mocht mee met een van de medewerkers naar de Narcotics Anonymous (zelfhulpgroep voor verslaving aan drugs). Ik probeerde zoveel mogelijk leuke dingen te doen en me te focussen op mijn ervaringdeskundigheid door voorlichting te geven over mijn verslaving. Ik voerde ook veel gesprekken met andere die mijn proces herkende en dit heeft mij enorm geholpen.

Inmiddels ben ik 1.5 jaar clean van de cocaïne. Wiet gebruikte ik recentelijk nog veel, maar ook hier ben ik inmiddels een tijdje gestopt. Ik heb het besluit genomen dat ik niet meer wil dat mijn leven aan een zijden draadje hangt. Ik wil ervaringsdeskundige worden en anderen helpen in de strijd tegen hun verslaving.

Ik heb tot de dag vandaag nog steeds trek en ik vraag me nog steeds af of dat ooit over gaat maar een ding is zeker: ik wil nooit meer terug aan die troep!