‘Ik kan nu anderen de hoop geven die ik zelf ooit kwijt was’
Mijn kwetsbare periode
‘Mijn leven was zwaar van leegte’
Terwijl haar leeftijdgenoten de wereld ontdekten, worstelde Nicky (27) zich door haar spierziekte, angsten en depressies. Pas op de bodem was er licht.
‘Ik durfde niks meer. Ergens was daar dat enorme verlangen om mee te doen, naar buiten te gaan, feestjes mee te maken. Maar mijn angst was altijd sterker. Allerlei gedachtes weerhielden me van meedoen: misschien zeg ik dan wel het verkeerde, of vinden mensen me niet leuk. Toen kwamen de depressies.
Ik kon soms uren in dezelfde houding op de bank liggen. Ik moest al huilen bij het idee dat ik in beweging moest komen; dat was ondenkbaar. Ik zag het dan langzaam donker worden buiten. Het licht moest aan, maar dat was een ondoenlijke opgave. Het is nauwelijks te beschrijven hoe die depressies zijn. Je bent zwaar en leeg tegelijk. Het is zwaar van leegte. En er is die vaste overtuiging dat het nooit meer goedkomt.
Wat er was gebeurd als mijn stiefvader die bewuste avond niet was binnengekomen? Misschien was ik er niet meer geweest. Hij overzag wat ik van plan was, begon te huilen en pakte me op. Pas toen besefte ik: zover mag het niet komen, er moet een oplossing zijn voor wat er met me gebeurt. Een jaar lang heb ik intensief therapie gevolgd. Gaandeweg werd het leven weer lichter en verdwenen de beperkingen waarin ik mezelf had opgesloten.’
Mijn kracht
‘Alles wat ik heb meegemaakt, geeft me nu vleugels’
Nicky traint jongeren die maatje willen zijn van leeftijdgenoten die vastlopen in hun leven. Zelf volgde ze op haar 24e die maatjesopleiding ook. ‘Ik wil anderen helpen met wat ikzelf heb meegemaakt.’
‘Toen ik de maatjesopleiding tegenkwam, dacht ik: hier valt iets op zijn plek. Het brein van mensen boeide me enorm. Hoe komen gedachten tot stand? Waarom doen mensen wat ze doen? En wat brengt ze tot een oplossing? Iets in me zei dat ik andere jongeren zou kunnen helpen door mijn eigen ervaring in te zetten. Ik had zo veel meegemaakt.
Dat al die ellende in mijn leven zo veel goeds op kon leveren, had ik destijds nooit kunnen bedenken. En al helemaal niet dat ik tegen anderen zou kunnen zeggen: het komt goed, echt. Jongeren voor wie ik maatje ben, zeggen vaak: ik hoef jou niks uit te leggen, je weet het al. Wat me diep raakt, is dat ze zich aan mij kunnen spiegelen. Het is mij ook gelukt, dus waarom zou het hun niet lukken? Ik ben voor hen de hoop die ik zelf ooit kwijt was.
Laatst heb ik een meisje met sociale angst het verhaal laten lezen dat ik schreef over mijn herstel. Mijn leven begon als rups in een veilige cocon, later vloog ik als kwetsbare vlinder laag bij de grond. Nu vlieg ik dicht bij de zon. En alles wat ik heb meegemaakt, geeft me daarvoor de vleugels.’