Dicky – Kind van een terminale ouder
Dicky Yee (19), student biologie en medisch laboratorium, was vijftien jaar toen hij hoorde dat zijn alleenstaande moeder uitzaaiingen had.
“Ik zie ons nog zitten in de kamer van de oncoloog. Mijn moeder was niet meer te behandelen, zei de arts. Maar omdat mijn Chinese moeder het niet verstond, heb ik het vertaald. Iets in mij zorgde dat ik niet uit elkaar viel. Een overlevingsmechanisme. Mijn moeder voelde wel aan de reacties dat het slecht nieuws was. Mijn broer zat te huilen, de dokter keek niet gelukkig, ik ook niet. Later heeft ze me verteld hoe het voor haar was. Ze dacht alleen maar: ‘Wat gebeurt er met mijn kinderen?’
In het begin kon mijn moeder nog het huishouden doen, maar toen ze daar te zwak voor werd, deed ik het. ‘s Ochtends maakte ik vroeg de deur open voor de Thuiszorg. En als er een uitvaller was, dan verzorgde ik zelf de wond van mijn moeder. Mijn moeder voelde zich bezwaard en voelde dat ze gefaald had in haar taak als moeder.
Tegelijkertijd vond ik dat zij haar ziekte soms gebruikte als een soort van excuus: ‘Ik ben ziek. Jij moet het nu doen’. Van de kinderpsycholoog die ik via het OLVG kreeg toegewezen, leerde ik ‘nee’ te zeggen. Ook tegen mijn moeder. Ik had dat nodig om het vol te houden. Je zou denken dat je zoveel mogelijk tijd bij je moeder wil doorbrengen, maar je moet ook tijd voor jezelf hebben om nieuwe energie op te doen.
Mijn mentor op school zei: ‘Zet school op nummer twee. Nu moet je alleen maar voor je moeder zorgen’. Maar dat vind ik een slecht advies. je wenst niemand toe om zo jong volwassen te worden. School is juist zo belangrijk. Je hebt die afwisseling nodig. Dus ging ik ook naar feestjes. En tegen vrienden zei ik: ‘Push me niet naar huis’.
Na haar overlijden was ik emotioneel uitgeput, doodmoe en leeg. Ik had verdriet verwacht, maar voelde niets. De psycholoog heeft me geholpen met traumaverwerking. Ik bleef wel zitten met vragen als: waar moet ik naartoe voor financiële ondersteuning? Hoe zit het met de erfenis? School wist het niet, de huisarts ook niet. Ik was zo druk met alles. Ik wilde ook niet ook nog naar de belastingdienst bellen.
Trouwens: Ik was zestien, dan is een afspraak maken bij de tandarts al moeilijk. Het is goed gekomen, maar je wenst niemand toe om zo jong volwassen te worden.”
Bron: Parool
Bekijk ook de video op de site van het AD!