Corina – Scheiding en pleegouders

Toen ik 5 jaar was gingen mijn ouders scheiden en bleef ik in de eerste instantie bij mijn moeder wonen. Hier werd ik mishandeld en verwaarloosd. Vanaf dit moment kwam ik in aanraking met jeugdzorg. Van de eerste jaren kan ik weinig herinneren hoeveel hulpverleners er waren en wat ik van ze vond. Hiervoor was ik nog te jong denk ik.

Toen ik 8 jaar was heb ik 5 maanden bij de crisis jongere jeugd gewoond van Triviumlindenhof. De kinderbescherming wist niet meer waar ik en mijn zusje moesten wonen, in een pleeggezin, bij mijn moeder of bij mijn vader, dus zijn we hier geplaatst tot duidelijk was waar we heen gingen. Zo ver ik mij kan herinneren vond ik het leuk om daar te wonen. In het weekend deden we vaak leuke dingen als je niet naar je ouders mocht. Hierdoor had ik ook niet echt heimwee omdat je plezier maakte en de leiding erg aardig was.

Na de 5 maanden bij de crisisopvang ben ik bij mijn vader geplaatst. Hier heb ik aardig wat hulpverleners gezien. Er kwamen van verschillende instanties hulpverleners thuis. Ik heb geen idee meer hoeveel het er waren zoveel heb ik er gezien. Ik voelde mij niet altijd even goed gehoord door die hulpverleners omdat ze vooral voor mijn vader en stiefmoeder kwamen en niet aan mij of mijn zusje vroegen wat we van de situatie vonden. Er kwam ook elke week een vrouw langs die met mij en mijn zusje kwam praten omdat er voor mij was besloten dat ik de scheiding moest verwerken.

Toen ik 13 was kwam er pas een hulpverlener van jeugdzorg die ook met de kinderen praatte. Door haar voelde ik mij wel echt gehoord en was ik blij dat ik mijn hart kon luchten. Al vrij snel was duidelijk dat de situatie uit de hand liep thuis en ik beter naar een pleeggezin kon gaan. Omdat ik boven de 12 was moest ik zelf hierover beslissen. Uit angst voor mijn familie bleef ik thuis wonen. Ik zou wel liever willen zien dat je ook boven de 12 zonder levensbedreigende situatie uit huis geplaatst kan worden. Ik denk dat er genoeg jongeren zijn die te lang thuis blijven wonen uit angst voor de reacties van de omgeving. Dit vind ik wel jammer aan de jeugdzorg. Uiteindelijk ben ik op een dag uit de klas gehaald op school en werd mij verteld dat ik dezelfde dag nog uit huis moest omdat het anders verkeerd zou aflopen.

Deze dag ben ik bij mijn pleegouders gaan wonen. Het duurde lang tot er een vaste medewerker van pleegzorg was in totaal heb ik er zo’n 5 gehad in 4 jaar. Wel kon ik het met de meeste goed vinden en hielpen ze in hoe ik tegen mijn pleegouders aan moest kijken omdat het natuurlijk niet mijn echte ouders zijn. Jeugdzorg kreeg de gedeeltelijke voogdij over mij, eerst had ik 3 keer tijdelijke voogden en hierna kreeg ik een vaste. Ik snapte niet altijd goed met welke vragen ik naar jeugdzorg moest en welke naar pleegzorg dat maakte mij soms wel gefrustreerd of verdrietig. Ik vond mijn laatste voogd wel erg aardig en hij probeerde ook echt z’n best te doen om het op te lossen als ik ergens tegen aanliep met mijn ouders of pleegouders.

Op mijn 18e ben ik bij KTC van Triviumlindenhof gaan wonen. In de eerste instantie had ik een mentor waar het niet mee klikte en heeft het even geduurd tot ik een andere mentor mocht. Deze ging ergens anders werken dus kreeg ik opnieuw een andere mentor. Ik ben bij KTC goed begeleid om zelfstandig te kunnen gaan wonen.

Ondanks dat mishandeling en verwaarlozing flinke littekens achter laat gaat het contact met mijn moeder gaat nu goed, ik ga daar ongeveer 1 keer in de 2 weken langs. Het contact met mijn vader gaat wel erg stroef en mijn pleegouders spreek ik niet zo heel vaak.

Ook al is het niet leuk wat ik heb meegemaakt, vind ik dat het maar net is hoe je het je laat beïnvloeden. Je kan het je erg aantrekken en er negatief door worden of het omzetten in iets positiefs en er sterker door worden. Ik heb gekozen voor dat laatste. Het ging natuurlijk met ups en downs maar uiteindelijk ben ik nu heel goed terecht gekomen en ben ik erg gelukkig.

Ik hoop als ExpEx met mijn ervaring anderen te laten zien dat je als kind uit de jeugdzorg een goede plek in de maatschappij kan krijgen ondanks dat je vaak in een hokje wordt geplaatst als je uit de hulpverlening komt. Ook hoop ik als maatje, dat een jongere zich echt begrepen voelt over bepaalde situaties, omdat je die zelf ook mee hebt gemaakt. Zelf miste ik dit erg in mijn hulpverlening. Mijn verhaal met iemand delen die hetzelfde had meegemaakt zodat ik mij echt begrepen voelde.