Bo – Non-verbale leerstoornis
Bo (20) heeft een non-verbale leerstoornis (NLD). Zij merkt een groot verschil tussen haar theoretische kennis en de praktijk. Kinderen vindt ze geweldig, daarom studeert ze pedagogiek. Je uitspreken over je beperkingen, vindt ze belangrijk: ‘Anders loop je tegen bepaalde misverstanden aan.’
Wat betekent NLD voor jou?
Het meest kenmerkende van NLD is voor mij het IQ-verschil (kloof tussen verbaal en performaal IQ, red.) Ik kan goed praten en theoretisch leren, maar als ik in de praktijk word ‘gedropt’, moet knippen, plakken, de weg vinden: dan gaat het een stuk minder. Als ik met mijn oppaskinderen ga knutselen, ziet mijn werk er zo ongeveer hetzelfde uit als dat van hen… Zij zijn een jaar of zes en dan denk ik: oeps, ik ben niet veel verder gekomen!
Heb jij het gevoel dat je ‘anders’ bent?
Ik merk dat ik een andere denkwijze heb, ik zie vaak totaal andere invalshoeken. Soms neem ik iets te letterlijk of zie iets over het hoofd. Ik ben altijd geneigd om dingen veel te ingewikkeld te zien. Dan wordt me iets gevraagd en dan merk ik dat ik er ontzettend uitgebreid antwoord op geef, terwijl dat niet verwacht wordt. Ik merk het ook aan mijn motoriek. Ik dans bijvoorbeeld, dat vind ik ontzettend leuk, maar ik ben altijd degene die er het langst over doet om het
te leren.
Heeft ook positieve kanten?
Ik zie het in de eerste plaats als een beperking, maar het heeft ook voordelen. Ik merk dat ik verbaal erg sterk ben en daar wordt over het algemeen positief op gereageerd. Dan word ik bijvoorbeeld ergens naar voren geschoven, zo van: jij kan goed praten. Als ik ergens over moet vertellen en ik heb er echt een duidelijke mening over, dan kan ik mezelf goed verwoorden. Dat krijg ik ook terug van mensen.
Je studeert pedagogiek, waarom heb je daar voor gekozen?
Ik heb eerst de pabo geprobeerd, maar ben daar gestruikeld tijdens de stage. Pedagogiek was plan B, omdat ik echt gek ben op kinderen. Ik ben uiteindelijk beter in individuele begeleiding: naast een kind zitten en samen het probleem oplossen. Dat ligt mij beter dan voor een klas staan. Ik heb bewust gekozen om via de NTI te studeren, zodat ik meer zelf kan plannen en rust in kan bouwen. Ik krijg ongeveer één keer per drie weken een college, dus ik heb wel wat structuur. Het gaat goed, tot nu toe heb ik alleen maar theoretische kennis gehad.
Wat doe je nog meer?
Ik was laatst op het Horizoncollege en daar heb ik voorlichting gegeven over NLD. Het ging erover wat dat betekent in de klas. Ik heb in december ook voor mijn eigen klas gestaan, het thema was ‘pedagogische adviezen voor speciale kinderen’. Toen heb ik vanuit mijn eigen ervaring verteld waar ik tegenaan loop en waar ik juist goed in ben. Daarna vroeg Daniella van Hoezo Anders mij hoe dat gegaan was en zo is het balletje een beetje gaan rollen. Uiteindelijk wil ik graag mijn studie goed afronden en een baan vinden die bij mij past en waar ik plezier in kan hebben. Mijn ideaalbeeld is enerzijds de pedagogische richting op te gaan en anderzijds wat met ervaringsdeskundigheid te doen.
Heb je tips voor andere jongeren met een niet-zichtbare beperking?
Spreek je uit naar mensen met wie je veel te maken hebt. Anders loop je tegen bepaalde misverstanden aan. Daar ben ik op de pabo tegenaan gelopen. Ik wilde mezelf niet presenteren met een etiketje naar mijn stagebegeleider, maar dat had ik achteraf beter wel kunnen doen. Dan was ik misschien minder hard op dingen afgerekend die ik moeilijk vind, en had ik beter geholpen kunnen worden. Mijn andere tip is om naar de dingen te kijken die goed gaan, focus niet alleen op het negatieve.