Ervaringsverhaal Tulsi: hoe overleef ik de middelbare school?
ExpEx Tulsi deelde haar ervaringsverhaal op het Congres Jongerenwelzijn in het Onderwijs. Deze dag stond in het teken van de mentale en fysieke gezondheid van leerlingen en studenten. Tulsi heeft de middelbare schooltijd als een overlevingsstrijd ervaren, tot er een mentor was die zag dat ze het moeilijk had en samen keek naar mogelijkheden.
Hoe overleef ik …
… de middelbare school? Ik kan me de eerste keer nog goed herinneren dat ik mijzelf die vraag stelde. Dit was in de tweede klas naar het negende uur op de derde verdieping, volledig uitgeput en zonder motivatie. En ik kon alleen maar denken: hoe ga ik dit nog 4 jaar lang volhouden?
Mijn verwachtingen van de middelbare school waren ooit zo rooskleurig, beïnvloed door volwassenen die zeiden dat dit de mooiste tijd van mijn leven zou worden. Maar voor mij, met diagnoses als PTSS, ADHD, depressie en (faal)angst, was het allesbehalve een sprookje.
Het reguliere schoolsysteem is niet ontworpen voor neurodiversiteit, waardoor jongeren zoals ik een achterstandspositie hebben. Want laten we vooral niet vergeten dat ik niet alleen stond; één op de zeven jongeren worstelt met psychische klachten.
Constante overprikkeling
Eén van de grootste uitdagingen waar we mee te maken hebben, is de constante strijd tegen overprikkeling. Op een lange schooldag, waarin we veel informatie moeten verwerken, kan de overstimulatie snel toeslaan. Tijdens pauzes is het vaak lastig om te ontprikkelen, omdat de aula een soort van apenkooi wordt en eerder een gevoel van ongemak oproept dan rust. Zo wordt het een enorme opgave om effectief aan de slag te gaan.
Eenmaal thuis aangekomen, is er vaak geen energie meer voor huiswerk of verslagen. Het liefst wil je op dat moment je rust pakken, zodat je de volgende dag weer fris en fruitig in de les kunt zitten. Maar de prestatiedruk en faalangst dwingen je toch om aan het werk te gaan. Zo beland je vaak in een vicieuze cirkel van vermoeidheid en stress, waaruit ontsnappen onmogelijk lijkt. Je staat dus continu voor de keuze tussen prestaties en mentale gezondheid.
Ik vind mijn mentale gezondheid toch belangrijker. Dus heb ik de keuze gemaakt om geen huiswerk meer te doen. Ik besteedde namelijk meer tijd aan het zorgen maken over de studielast dan daadwerkelijk mijn taken. En die stress kan je lichaam flink uitputten. De consequenties van die keuze konden mij niks meer schelen, want ik was echt helemaal kapot.
Elke dag wordt je geconfronteerd met je beperkingen en daardoor ga je met lood in je schoenen naar school. Wat zo zonde is, want onder de juiste omstandigheden zou school voor ons zo leuk en ook haalbaar kunnen zijn.
ADHD
Bijna al mijn mentoren hebben opgemerkt dat ik moeite had met concentreren en het afmaken van taken, wat overduidelijk te maken heeft met ADHD, maar bij niemand ging het lampje branden dat ik misschien getest zou moeten worden of op z’n minst extra begeleiding nodig had.
Toen ik eindelijk mijn diagnose kreeg, kon ik aan hen uitleggen dat mijn hersenen net iets anders werken dan de standaard, werd ik gevraagd wat ik hieraan ging doen en hoe ik ervoor zou zorgen dat ik wel mn taken zou kunnen doen. Helaas weten docenten vaak weinig over neurodiversiteit, je kunt hier niks aan doen. Er is zelfs een leraar geweest die zei dat ik m’n depressie niet als excuus kon gebruiken, omdat zij zich ook weleens zo voelde maar het nooit in de weg van haar werk liet komen.
Mentor
Misschien is het ook niet hun taak, maar het leven van een leerling speelt zich voor het overgrote deel af op school, dus is het essentieel dat zij dit kunnen signaleren. In mijn schooltijd was er een persoon die dat wel kon. Mijn mentor van de bovenbouw. Zonder zijn steun had ik het nooit gered.
Hij zag me op school ronddwalen als een soort levende zombie en besloot niet aan de zijlijn te blijven staan. Nee, hij kwam recht op me af en daardoor voelde ik me op m’n gemak om aan te geven dat ik het inderdaad moeilijk had. En wat deed hij? Hij bood me zijn hulp aan.
Allereerst stelde hij voor dat ik me af en toe bij hem “ziek” mocht melden, omdat hij bang was dat het anders compleet mis zou gaan. Ook heeft hij met mijn goedkeuring mijn docenten op de hoogte gebracht van mijn situatie, met het verzoek om hier rekening mee te houden. En dat heeft enorm geholpen, want ze toonden meer begrip en waren minder streng.
Tenslotte bood hij me aan om gespreid examen te doen. Dat betekent dat ik de examenvakken over twee jaar kon verspreiden. Dit gaf me zoveel meer lucht. Mijn schooldagen werden korter en mijn energieniveau steeg. Het gaf me ook de motivatie terug om mijn best te doen en zelfs het vertrouwen dat ik misschien wel mijn diploma zou kunnen halen. Wel wil ik benadrukken dat dit betekent dat het nu niet per se makkelijk was, maar dat ik nu dezelfde studielast ervaarde als mijn medeleerling. Maar op deze manier werd school wel draaglijker, en eerlijk gezegd ook leuker.
Dat was de eerste keer dat iemand op school zich zo oprecht om mij bekommerde. De eerste keer dat ik me echt gezien en erkend voelde. Hij werd mijn vertrouwenspersoon en de komende twee jaar zou hij ook mijn mentor blijven, omdat hij de enige was die mijn situatie echt begreep en me daarom goed zou kunnen blijven ondersteunen.
Toekomst
Wat ik wil meegeven is dat de mentor een cruciale rol heeft in het falen of slagen van een leerling. Als zij net dat stapje extra zetten om je te begrijpen, kan dat een wereld van verschil maken. En ik gun dat mijn lotgenoten zo graag.
Voor de toekomst hoop ik op een onderwijssysteem dat ruimte biedt voor diversiteit en inclusie, waarin iedere leerling de ondersteuning krijgt die zij verdienen. En dat school niet alleen een overlevingsstrijd is maar een kans op groei, ontdekking en empowerment.
Dat is hoe ik de middelbare school heb overleefd. Met het respecteren van mijn eigen grenzen, het aannemen van hulp en een mentor die in mij geloofde. Dat was mijn verhaal, bedankt voor het lezen.