Blog: “Maak er wat moois van”

29 januari 2019

Daar zit hij dan. Mijn lieve, grote, sterke opa. Althans, dat is wat hij was. Er is nu niet veel meer van hem over. De kanker heeft hem opgevreten en uitgemergeld. Met wat er van hem over is, zit hij voorovergebogen op het bed dat in de woonkamer is geplaatst.

“Het zij zo”, zegt hij. “Ik had het ook anders willen zien, maar het is niet ieder gegeven”.

Aan de ene kant is het pijnlijk om te voelen hoe nuchter hij eronder is. Aan de andere kant is het begrijpelijk en had ik er misschien wel hetzelfde in gestaan.

Ik denk terug aan 6 maanden geleden, toen de dood voor mij zo dichtbij was. Ik verlangde ernaar en deed alles eraan om het mijn werkelijkheid te maken. Mijn beste vriendin had hetzelfde gedaan en ik kon het niet verdragen. Ik kon het niet verdragen, dat ik haar niet had kunnen redden, terwijl ik zo dichtbij stond. Ze was tussen mijn vingers doorgeglipt.

Diezelfde machteloosheid voel ik nu ik naast mijn opa zit. Zachtjes streel ik zijn rug terwijl we praten over vroeger, nu en later. Mijn later.

Het begint me ineens te dagen, hoe het is om iemand te zien sterven voor je ogen. Het is slopend. Het is drijfzand. Iemand zakt steeds dieper weg en hoe hard je ook roept, hoeveel handen je ook uitsteekt, de persoon komt niet meer boven. Niet genoeg kracht meer om jouw armen vast te grijpen, want eigenlijk is het al veel te laat.

Is dat hoe mijn opa zich over mij voelde? Wat ik nu over hem voel?

Het is confronterend om te ervaren hoe hard iemand tegen de dood vecht, na zelf zo hard tegen het leven te hebben gevochten. Een schuldgevoel bekruipt mij. Wat oneerlijk is het dat ik dit allemaal wilde laten gaan. Dat ik deze liefdevolle mensen in de steek wilde laten en niet zag wat het leven mij te bieden had. Wat gek is het om dat te beseffen, juist door met de dood geconfronteerd te worden.

Ergens maakt het me ook boos, dat dit mogelijk is. Dat er iedere dag mensen sterven die nog zoveel te bieden hadden. Mensen die nog lang niet klaar waren en het liefst nog jarenlang hadden genoten van de kleine geluksmomentjes in het leven.

Het maakt me boos dat ik de dood zo heb onderschat. Was alles maar oneindig.

Mijn opa kijkt me indringend aan, met een half droevige, half hoopvolle glimlach. “Maak er wat moois van”, zegt hij.

Zijn laatste woorden aan mij, met een duidelijke boodschap. Nee, ik ben nog niet klaar met het leven; het leven is nog niet klaar met mij.

Ik ga mijn best doen.